Zonnebloemschillen worden verbrand als brandstof om oliemolens van energie te voorzien, maar slechts de helft van de schillen kan ter plaatse worden gebruikt voor energieproductie. De resterende helft moet van de locatie worden vervoerd om energie te leveren of voor andere doeleinden, zoals composteren, beddengoed of als laagwaardige ruwvoer voor vee. Echter, ze zijn licht van gewicht en volume vanwege hun lage dichtheid, en zijn daardoor kostbaar en onpraktisch om te vervoeren. Voor zonnebloemolieproducenten of zonnebloemzaadverwerkers is het omgaan met nutteloze schillen een vervelend probleem geworden.